Skip to main content
home-page
Deel op facebook
Deel op twitter

reglement klimaatadaptieve maatregelen

Subsidiereglement voor klimaatadaptieve ingrepen

Goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27 februari 2023

Hoofdstuk 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 – doel

De stad Eeklo heeft de ambitie om tegen 2030 een klimaatrobuuste stad te zijn, voorbereid op de gevolgen van een veranderend klimaat zoals hittestress, wateroverlast, droogte en op langere termijn de zeespiegelstijging.

De stad maakte hiervoor een klimaatadaptatieplan en hemelwater- en droogteplan. Het plan houdt rekening met klimaatimpacts en de context van de stad, zoekt naar opportuniteiten rond klimaatadaptatie, en streeft naar een afstemming tussen beleid, staddiensten en burgers. Op die manier leidt het plan tot kostenefficiënte, duurzame, effectieve en breed gedragen adaptatiemaatregelen.

Klimaatrobuust betekent dat de stad en haar inwoners voorbereid zijn op de gevolgen van de klimaatverandering en de schade kunnen beperken bij extreme weerfenomenen zoals piekbuien, droogte en hitte.

Dit kan door het nemen van zogenaamde klimaatadaptieve ingrepen. Bronmaatregelen met betrekking tot hemelwater zijn een voorbeeld van klimaatadaptieve ingrepen. Ze zorgen ervoor dat hemelwater wordt vastgehouden op de plaats waar het neerkomt, waardoor problemen van enerzijds wateroverlast en anderzijds droogte minder vlug optreden. Minder verharding en meer beplanting zorgt niet enkel voor een betere waterhuishouding maar helpt ook tegen hittestress.

Met een subsidie wil de stad dergelijke klimaatadaptieve ingrepen op privaat terrein stimuleren.

 

Artikel 2 – definities

In dit reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

Klimaatadaptieve ingreep: een ingreep die inspeelt op de effecten van de klimaatverandering en ervoor zorgt dat we beter aangepast zijn aan het veranderend klimaat;

Klimaatrobuust: met grote veerkracht waardoor de schade als gevolg van de klimaatverandering beperkt is;

Hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater;

Bronmaatregel: een ingreep die ervoor zorgt dat het hemelwater langer wordt vastgehouden op de plaats waar het valt, waardoor hemelwater minder (snel) wordt afgevoerd;

Buffervolume: waterbergend volume;

Eigenaar: de natuurlijk persoon en in voorkomend geval de persoon met wie hij gehuwd is, wettelijk of feitelijk samenwoont, of in voorkomend geval de rechtspersoon, die op grond van een zakelijk recht (naakte eigenaar, erfpachthouder, opstalhouder en vruchtgebruiker) het onroerend goed (waarop de aanvraag betrekking heeft) bezit;

Groendak: het betreft een daksysteem waarbij minstens een draineerlaag, een substraatlaag en vegetatielaag aanwezig zijn;

Niet-eigenaar: de huurder of gebruiker;

Perceel: privaat terrein, al of niet bestaande uit meerdere kadastrale percelen;

Voortuin: private strook tussen de rooilijn/straat en de voorgevel van de woning of zoals bepaald in de van toepassing zijnde verkavelingsvergunning;

Constructie: een gebouw of een bouwwerk dat al of niet gesloten is en bovengronds of ondergronds kan uitgevoerd worden (bv. carport of ondergrondse garage) en niet mobiel is;

Verharding: niet-overdekt grondoppervlak dat is afgedekt met een materiaal dat plantengroei verhindert;

Gesloten verharding: een verharding die geen waterinsijpeling in de ondergrond toelaat (bv. (gepolierd) beton, asfalt, kleinschalig materiaal (tegels, klinkers…) met dichtgemortelde voegen);

Waterdoorlatende verharding: een verharding die waterinsijpeling in de bodem toelaat via openingen of voegen, of doorheen de verharding zelf in geval van poreus materiaal (bv. kiezels, grasbetontegels, waterdoorlatende klinkerverharding, …) geplaatst op een waterdoorlatende funderingslaag;

Hellend dak: een dak met een hellingsgraad gelijk aan of groter dan 15°;

Plat dak: een dak met een hellingsgraad kleiner dan 15°;

Groendak: een dak dat begroeid is met levende planten en hemelwater buffert;

Horizontale dakoppervlakte: de oppervlakte van de projectie van het dak op een horizontaal vlak;

Infiltratievoorziening: een voorziening voor het bufferen en insijpelen van hemelwater in de bodem dat afkomstig is van een dak, een verharding of een overloop van een hemelwaterinstallatie;

Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, en alle wijzigingen nadien;

 

Artikel 3 - doelgroep en toepassingsgebied

§1 De premie voor klimaatadaptieve ingrepen kan enkel aangevraagd worden door:

  1. eigenaars (natuurlijke personen en rechtspersonen) van particuliere woningen;
  2. een huurder/gebruiker mits toestemming en medeondertekening van het subsidieaanvraagformulier door de eigenaar(s);
  3. een vereniging van mede-eigenaars mits een akkoord bekomen op de algemene vergadering van de vereniging voor mede-eigenaars.

§2 Voor de subsidie komen niet in aanmerking:

  1. ingrepen aan het openbaar domein, of op grond die bestemd is om bij het openbaar domein in te lijven;
  2. ingrepen die een bouwovertreding rechtzetten;
  3. ingrepen die een uitvoering zijn van een voorwaarde opgelegd in een vergunning of andere wettelijke verplichting.

 

Artikel 4 - algemene voorwaarden

De stad Eeklo verleent de subsidies voor klimaatadaptieve ingrepen onder de volgende voorwaarden:

  1. Enkel ingrepen op privaat terrein zichtbaar vanop de openbare weg, op het grondgebied van de stad Eeklo komen in aanmerking.
  2. Enkel ingrepen uitgevoerd vanaf 1 januari 2023 komen in aanmerking. De uitvoeringsdatum is te verantwoorden door de factuurdatum.
  3. De aanvraag van de subsidie gebeurt maximum 1 jaar na uitvoering van de werken.
  4. De ingreep is structureel en heeft een permanent of definitief karakter. De aanvrager verbindt zich tot de nodige instandhoudingszorg voor het groen waarvoor de subsidie wordt verkregen. De gesubsidieerde aanplanting dient minimaal 10 jaar integraal en op dezelfde plaats te blijven staan. Afgestorven planten dienen vervangen te worden.
  5. De ingreep is uitgevoerd volgens de regels van goed vakmanschap en geeft geen nadelige gevolgen voor de omliggende percelen. De subsidieaanvrager is zelf verantwoordelijk voor de goede werking ervan. De toekenning van een subsidie betekent niet dat de stad Eeklo verantwoordelijkheid opneemt voor wat betreft materialen en/of resultaten.
  6. De aanvrager geeft de toelating aan een door het college van burgemeester en schepenen aangestelde ambtenaar om de toekenning van dit reglement ter plaatse te komen controleren. Indien blijkt dat niet aan alle voorwaarden van dit reglement wordt voldaan, dan zal de premie niet uitgekeerd worden en wordt de aanvrager daarvan op de hoogte gebracht. De aanvrager kan op dat moment aanpassingen uitvoeren om toch aan de voorwaarden te voldoen en de uitbetaling van de subsidie te bekomen.
  7. De premies worden uitbetaald zolang het beschikbare budget toereikend is.

 

Hoofdstuk 2 – GROENDAK

Artikel 5 - subsidie

Het stadsbestuur verleent een subsidie voor de aanleg van een groendak, en dit onder de bijkomende voorwaarden die bepaald zijn in artikel 6 van dit reglement.

 

Artikel 6 - bijkomende voorwaarden

§1. De stad Eeklo subsidieert de aanleg van een groendak onder de volgende bijkomende voorwaarden:

  1. Het aanleggen van een groendak op een woning of op een ander gebouw voor zover dit niet verplicht wordt door bestaande wettelijke of reglementaire bepalingen alsook voor zover de aanleg van een groendak niet werd opgenomen als bindende vergunningsvoorwaarde. Het groendak wordt aangelegd op een vergunde constructie of op een constructie vrijgesteld van vergunning volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals bepaald bij besluit van de Vlaamse Regering.
  2. Het groendak is minstens 6 m² groot.
  3. Het groendak moet minstens bestaan uit een draineerlaag, een substraatlaag en een vegetatielaag in die volgorde van onder naar boven, en dit over de volledige aangelegde oppervlakte.
  4. De substraatlaag is minstens 6 cm dik. Deze bewortelbare laag bestaat uit los en natuurlijke materialen die zorgen voor structuur en voor de opslag van water, lucht en voedingsstoffen in functie van de gewenste vegetatie. Het bevat minerale elementen (vb. lavasteen, zand, …) en organische (vb. compost, organische mest, …) stoffen. Gebonden materialen (bv. minerale substraatplaat) worden niet meegerekend bij de minimale dikte maar kunnen wel in rekening gebracht worden voor het buffervolume.
  5. Mislukte aanplantingen of werken dienen hersteld te worden. Gebeurt dit niet, dan kunnen de subsidies voor het volledige bedrag teruggevorderd worden. Het groendak dient minimum 10 jaar lang in goede staat behouden worden.

 

Artikel 7 - bedrag

  1. Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten wordt een subsidie verleend van 30 euro per m² groendak dat wordt aangelegd. Indien de kostprijs voor de aanleg van het groendak kleiner is dan 30 euro per m², dan wordt de reële kostprijs vergoed.
  2. Per constructie kan slechts een maximaal subsidiebedrag voor het groendak worden uitbetaald van 1.000 euro.
  3. Per aanvraagdossier moet minimum 6m² groendakoppervlakte worden aangebracht.
  4. De kostprijs van het groendak is het bedrag per vierkante meter gerealiseerde groendakoppervlakte, zoals vermeld op de factuur voor de aanleg en/of voor de aankopen ter realisatie van het groendak.
  5. Er kan slechts één subsidie toegekend worden voor groendaken per adres.

 

Hoofdstuk 3 – ONTHARDING VAN PRIVATE VOORTUIN

Artikel 8 - subsidie

Het stadsbestuur verleent een subsidie voor het uitbreken van verhardingen in functie van meer groen en infiltratie, onder de bijkomende voorwaarden die bepaald zijn in artikel 9 van dit reglement.

 

Artikel 9 - bijkomende voorwaarden

§1. De bijkomende voorwaarden van toepassing om de ondersteuning voor het ontharden zijn:

  1. Het betreft een gesloten of waterdoorlatende verharding die ouder is dan 5 jaar.
  2. Er wordt minstens 5 m² verharding in totaal uitgebroken, inclusief de onderfundering of aanwezige stabilisatie van de ondergrond. De opgebroken verharding mag niet gecompenseerd worden elders op het perceel.
  3. De verharding wordt vervangen door een natuurlijke bodem die voorzien wordt van een duurzame beplanting. Hiervoor wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van (streekeigen) vaste planten, hagen, struiken en/of bomen (uitgezonderd exotische of invasieve soorten: om een keuze te maken in geschikte planten kan de website: www.groenvanbijons.be geraadpleegd worden). De ontharde oppervlakte kan ook als moestuin aangelegd worden of kan ingericht worden als een bovengrondse infiltratievoorziening evenwel zonder het gebruik van worteldoeken.
  4. Enige uitzondering op c. is mogelijk indien het om een te ontharden oppervlakte van een oprit gaat. Een gesloten verharding van een oprit mag vervangen worden door een waterdoorlatende verharding, indien het nieuw aangelegd wordt met een karrespoor waarbij de twee stroken elk max. 60 cm breed zijn en de fundering tussen de karresporen onderbroken wordt en ertussen plaats is voor een strook natuurlijke bodem.
  5. De totale aanwezige verharding mag tot 10 jaar na toekenning van de subsidie niet terug toenemen in de voortuin van het perceel.
  6. De nieuwe aanplant dient gedurende minimaal 10 jaar in stand gehouden worden. Afgestorven planten dienen vervangen te worden.
  7. De aanplant wordt uitgevoerd conform alle bestaande wetten, reglementen en gebruiken betreffende dergelijke aanplantingen (veldwetboek, vegetatiebesluit, burgerlijk wetboek, …).

§2. Voor deze subsidie komt niet in aanmerking:

  1. het verwijderen van anti-worteldoek of boomschors;
  2. het vervangen van een waterdoorlatende verharding in andere waterdoorlatende verharding.

 

Artikel 10 - bedrag

Voor het ontharden in de voortuin of zichtbaar vanop de openbare weg volgens de bijkomende voorwaarden vermeld in artikel 9, worden volgende subsidiebedragen voorzien:

  1. 25 euro per vierkante meter gesloten verharding en 20 euro per vierkante meter waterdoorlatende verharding, of de reële kostprijs inclusief btw indien de kostprijs lager is.
  2. Per perceel kan in totaal slechts een maximaal subsidiebedrag voor ontharding worden uitbetaald van 1.000 euro.
  3. De kostprijs van de ontharding is de optelsom van alle bewezen kosten voor het uitbreken en afvoeren van de verharding, het aanvoeren van grond en de aankoop van plantgoed, en dit uitgedrukt per vierkante meter die werd onthard. Bij eigen uitvoering geldt een fotoreportage (voor-na) van de uitgevoerde werken als bewijs.

 

Hoofdstuk 4 - PROCEDURE

Artikel 11 - aanvraag

§1 Een aanvraag kan enkel na uitvoering van de werken ingediend worden bij de stad Eeklo aan de hand van de daartoe voorziene aanvraagformulieren. De aanvraagformulieren zijn verkrijgbaar via de website van de stad of bij de dienst omgeving.

§2 De aanvrager verzamelt alle noodzakelijke verantwoordingsstukken zoals vermeld in het aanvraagformulier en stuurt deze mee met het ingevulde aanvraagformulier.

§3 Op datum van ontvangst door de dienst omgeving mogen de facturen niet ouder zijn dan twaalf maanden.

§4 De ontvangstdatum van de subsidieaanvraag, geldt als opvolgingsdatum. Aanvragen worden chronologisch opgevolgd, waarbij de eerste indieners voorrang krijgen.

 

Artikel 12 - beoordeling

§1. De dienst omgeving beoordeelt de aanvraag en vraagt bijkomende bewijsstukken op indien nodig.

§2. Er is een controle van de werken mogelijk.

§3. De dienst omgeving adviseert het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 13 - beslissing

§1. Het college van burgemeester en schepenen neemt de beslissing tot al dan niet toekenning van een subsidie op basis van een advies van de dienst omgeving.

§2. De beslissing wordt bekendgemaakt aan de aanvrager.

§3. Bij weigering van de subsidie kan de aanvrager aanpassingen uitvoeren, om toch aan de voorwaarden te voldoen en een nieuwe subsidieaanvraag indienen.

De toekenning van de subsidie betekent niet dat de stad Eeklo verantwoordelijkheid opneemt voor wat betreft materialen en/of resultaten.

 

Artikel 14 - uitbetaling

§1. De uitbetaling van de subsidies gebeurt door overschrijving op de post- of bankrekening van de aanvrager.

§2. Er wordt gestreefd naar een beslissing en uitbetaling binnen 4 maanden na ontvangst van de aanvraag. Deze termijn is enkel een richtdatum.

§3. De aanvrager verbindt zich ertoe de stad Eeklo onverwijld schriftelijk op de hoogte te brengen van iedere wijziging van diens post- of bankrekeningnummer.

 

Artikel 15 - controle

§1. De stad Eeklo behoudt zich het recht voor om de echtheid van de gegevens van het aanvraagdossier na te gaan en hierover inlichtingen in te winnen, met alle middelen die zij nuttig acht.

§2. De stad Eeklo behoudt zich het recht voor om zich ter plaatse te komen vergewissen van de situatie. De aanvrager verklaart zich akkoord om de bevoegde stedelijke ambtenaar toegang te verlenen tot het gebouw met het oog op de controle van het resultaat.

§3. Ingeval de aanvrager zich verzet tegen de uitoefening van de controle, is hij/zij gehouden tot terugbetaling van de subsidie.

 

Artikel 16 - sancties

§1. Indien de ingreep niet overeenstemt met de beschrijving in de aanvraag dient de subsidie terugbetaald te worden.

§2. In geval van fraude of valse verklaringen in hoofde van de aanvrager, kan de stad Eeklo beslissen om de toekenning van de subsidie te schorsen en in de toekomst geen subsidies meer toe te staan aan de aanvrager en het verleende subsidiebedrag terug te vorderen.

§3.In geval de aanvrager onder curatele wordt geplaatst, kan de stad Eeklo overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitgekeerde subsidie.

 

Artikel 17 - inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 maart 2023.

Deel op facebook
Deel op twitter